aanschouwen

werkw.
Uitspraak:  [an'sxɑuwə(n)]
Afbreekpatroon:  aan·schou·wen
Vervoegingen:  aanschouwde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft aanschouwd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

bekijken formeel
Voorbeeld:  `Ik had het genoegen uw activiteiten wat nader te aanschouwen.`
ten aanschouwen van  (in aanwezigheid van) `ten aanschouwen van alle aanwezigen`

Zie ook:  aanschouw


Synoniemen
aankijken   bekijken   beschouwen   bezichtigen   bezien   gewaarworden   in de ogen kijken   inzien   kijken   observeren   onderscheiden   ontwaren   opmerken   staren   turen   zag   zie   zien   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Met de ogen waarnemen 2) Observeren 3) Toekijken 4) Zien 5) Onderscheiden 6) Ontwaren 7) Gadeslaan 8) Inzien 9) Aanzien 10) Opmerken 11) Bekijken 12) Beschouwen 13) Bezichtigen 14) Bezien 15) Aanblikken 16) Kijken 17) Aankijken 18) Aanstaren 19) Gewaarworden
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
aanschouwen (zien, waarnemen)

Taaladvies
Wat is juist: `Een kwart van de toeschouwers die bij de voorstelling was/waren, verliet/verlieten de zaal`? Zie Een kwart van de toeschouwers verlieten / verliet de zaal

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van aanschouwen?
De verleden tijd van aanschouwen is 'aanschouwde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft aanschouwd'.
Wat betekent aanschouwen?
'bekijken'
Hoe spel je aanschouwen?
aanschouwen spel je A A N S C H O U W E N
Wat is een ander woord voor aanschouwen?
Andere woorden voor aanschouwen zijn aankijken, bekijken, beschouwen, bezichtigen, bezien, gewaarworden, in de ogen kijken, inzien, kijken, observeren, onderscheiden, ontwaren, opmerken, staren, turen, zag, zie en zien.

Op andere websites
Zoek aanschouwen op Woordenlijst.org
Zoek aanschouwen op Google
Zoek aanschouwen op Wikipedia