aanrommelen

werkw.
Uitspraak:  ['anrɔmələ(n)]
Afbreekpatroon:  aan·rom·me·len
Vervoegingen:  rommelde aan (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft aangerommeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

zomaar, zonder plan iets doen
Voorbeeld:  `Die collega zit maar wat aan te rommelen.`
Synoniemen:  aanmodderen, klooien, prutsen,


Synoniemen
aanrotzooien   knoeien   rotzooien   scharrelen   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Rotzooien 2) Ondoelmatig handelen 3) Ondoelmatig te werk gaan 4) Scharrelen 5) Aanrotzooien 6) Aanmodderen 7) Zonder plan werken 8) Knoeien
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van aanrommelen?
De verleden tijd van aanrommelen is 'rommelde aan'. Het voltooid deelwoord is 'heeft aangerommeld'.
Wat betekent aanrommelen?
'zomaar, zonder plan iets doen'
Hoe spel je aanrommelen?
aanrommelen spel je A A N R O M M E L E N
Wat is een ander woord voor aanrommelen?
Andere woorden voor aanrommelen zijn aanrotzooien, knoeien, rotzooien en scharrelen.

Op andere websites
Zoek aanrommelen op Woordenlijst.org
Zoek aanrommelen op Google
Zoek aanrommelen op Wikipedia