aanroeren

werkw.

Uitspraak:	['anrurə(n)]
Afbreekpatroon:	aan·roe·ren
Vervoegingen:	roerde aan (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft aangeroerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) kort aan de orde stellen

Voorbeeld:	`een moeilijk onderwerp aanroeren`
Synoniem:	aanstippen (2)

2) aanraken

Voorbeelden:

`je eten niet aanroeren als je je ziek voelt`, `De aannemer mag niets meer aanroeren zonder toestemming van een historicus.`

aanraken   aansnijden   aanstippen   

• een tere snaar aanroeren (=spreken over iets waar men beter niet over had gesproken)
• die snaar moet men niet aanroeren (=daarover moet niet gesproken worden)
Naar de spreekwoorden

• 1) Spreken over iets 2) Aankaarten 3) Raken 4) Aanmengen 5) Oppervlakkig behandelen 6) Aansnijden 7) Aanstippen 8) Aanraken 9) Te berde brengen 10) Ter sprake brengen 11) Terloops bespreken 12) Terloops noemen 13) Terloops vermelden 14) Reppen 15) Vermelden
• terloops, oppervlakkig behandelen; al roerende mengen

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van aanroeren?

De verleden tijd van aanroeren is 'roerde aan'. Het voltooid deelwoord is 'heeft aangeroerd'.

Wat betekent aanroeren?

'kort aan de orde stellen' en 'aanraken'

Hoe spel je aanroeren?

aanroeren spel je A A N R O E R E N

Wat is een ander woord voor aanroeren?

Andere woorden voor aanroeren zijn aanraken, aansnijden en aanstippen.

Zoek aanroeren op Woordenlijst.org
Zoek aanroeren op Google
Zoek aanroeren op Wikipedia