aankunnen
werkw.
1) sterk genoeg zijn om iets te kunnen doen | Voorbeeld: | `een zware baan aankunnen` | |
2) even sterk of sterker zijn dan (iemand anders) | Voorbeelden: | `Hij probeerde me op de grond te krijgen, maar ik kon hem makkelijk aan.`, `iemand aankunnen in een debat` | |
Synoniemen
aanpassen afkunnen ertoe in staat zijn ervan op het alleen zijn aankunnen opgewassen zijn tegen Spreekwoorden en zegswijzen
• iets op zijn sloffen
aankunnen (=iets heel gemakkelijk kunnen uitvoeren)Naar de spreekwoorden1 definitie op Encyclo
- 1) Berekend zijn voor 2) Aanpassen 3) Mannen 4) Ertegenop kunnen 5) Berekend zijn 6) Kunnen rekenen 7) Afkunnen 8) Opgewassen tegen
Toon uitgebreidere definitiesVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van aankunnen?
De verleden tijd van aankunnen is 'kon aan'. Het voltooid deelwoord is 'heeft aangekund'.
Wat betekent aankunnen?
'sterk genoeg zijn om iets te kunnen doen' en 'even sterk of sterker zijn dan (iemand anders)'
Hoe spel je aankunnen?
aankunnen spel je A A N K U N N E N
Wat is een ander woord voor aankunnen?
Andere woorden voor aankunnen zijn aanpassen, afkunnen, ertoe in staat zijn, ervan op, het alleen zijn aankunnen en opgewassen zijn tegen.Op andere websites
Zoek
aankunnen op Woordenlijst.org
Zoek
aankunnen op Google
Zoek
aankunnen op Wikipedia