aanhalig

bijv.naamw.

Uitspraak:	[an'haləx]
Afbreekpatroon:	aan·ha·lig

als je graag liefkoost of geliefkoosd wilt worden

Voorbeelden:	`Mijn vriend is nogal aanhalig.`, `Het aanhalige meisje kruipt bij haar moeder op schoot.`
Antoniem:	afwerend

aanhankelijk   afwerend (antoniem)   

• vriendelijk, gedienstig, verplichtend, aantrekkelijk; mooi, aardig, lief, opgewekt, blij (WNT) - Voorbeeld: ‘Zij deelde in de uitgelaten vreugde der kinderen, doch over veel dingen waarvan haar hart vol was, kon ze hem niet spreken, haar gemoed geen lucht geven, en 't hinderde haar op de aanhalige vragen ...
• 1) Behaagziek 2) Geneigd tot liefkozen 3) Klitterig 4) Vleiend 5) Lief doend 6) Vleierig 7) Aanhankelijk 8) Verlangend naar liefkozingen 9) Knuffelig
• lief doend of graag geliefkoosd worden

Toon uitgebreidere definities

• aanhaligheid

Wat betekent aanhalig?

'als je graag liefkoost of geliefkoosd wilt worden'

Hoe spel je aanhalig?

aanhalig spel je A A N H A L I G

Wat is een ander woord voor aanhalig?

Een ander woord aanhalig is aanhankelijk.

Wat is het tegenovergestelde van aanhalig?

Een antoniem van aanhalig is afwerend.

Zoek aanhalig op Woordenlijst.org
Zoek aanhalig op Google
Zoek aanhalig op Wikipedia