aanbieden

werkw.

Uitspraak:	[ˈambidə(n)]
Afbreekpatroon:	aan·bie·den
Vervoegingen:	bood aan (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft aangeboden (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) geven zonder iets terug te vragen

Voorbeeld:

`iemand een drankje aanbieden`

2) tegen betaling geven

Voorbeelden:

`aan de toeristen een boottocht door de grachten aanbieden`, `je huis te koop aanbieden`

aangeboden   aanreiken   afgeven   beschikbaar stellen   doornemen   geven   herhalen   indienen   laten zien   lenen   nazeggen   offreren   presenteren   spelen   tonen   vertonen   voorleggen   voorstellen   

• 1) Beschikbaar stellen 2) Herhalen 3) Doornemen 4) Indienen 5) Zich aanmelden 6) Spelen 7) Bieden 8) Lenen 9) Zich bereid verklaren 10) Voorleggen 11) Serveren 12) Zich vertonen 13) Voorschotelen 14) Reiken 15) Voorstellen 16) Voorwaarde bieden 17) Voorzetten 18) Annonceren 19) Zeggen 20) Bedreigen met
• Aanbieden betekent vragen of iemand hetgeen wat jij aanbiedt wil. [basiswoordenlijst groep 3]

Toon uitgebreidere definities

aanbieden

Wat is de verleden tijd van aanbieden?

De verleden tijd van aanbieden is 'bood aan'. Het voltooid deelwoord is 'heeft aangeboden'.

Wat betekent aanbieden?

'geven zonder iets terug te vragen' en 'tegen betaling geven'

Hoe spel je aanbieden?

aanbieden spel je A A N B I E D E N

Wat is een ander woord voor aanbieden?

Andere woorden voor aanbieden zijn aangeboden, aanreiken, afgeven, beschikbaar stellen, doornemen, geven, herhalen, indienen, laten zien, lenen, nazeggen, offreren, presenteren, spelen, tonen, vertonen, voorleggen en voorstellen.

Zoek aanbieden op Woordenlijst.org
Zoek aanbieden op Google
Zoek aanbieden op Wikipedia