aanbellen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈambɛlə(n)] |
| Afbreekpatroon: | aan·bel·len |
| Vervoegingen: | belde aan (verl.tijd enkelv.) |
| Vervoegingen: | heeft aangebeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen |
op de bel van een huis drukken | Voorbeeld: | `Ik heb twee keer aangebeld, maar er kwam niemand aan de deur.` | |
| Synoniem: | bellen |
Synoniemen
bellen luiden opbellen schellen 2 definities op Encyclo
- 1) Een deurbel doen overgaan 2) Je komst melden 3) Schellen 4) Aan de deurbel trekken 5) Bellen 6) Zijn komst melden 7) Aanschellen 8) Komst melden 9) Luiden 10) Op de deurbel drukken
- Aanbellen betekent de deurbel laten bellen, in de hoop dat er open gedaan wordt. Er zijn ook spelletjes die je ermee kunt spelen, zoals belletje lellen . [basiswoordenlijst groep 3]
Toon uitgebreidere definitiesTaaladvies
Wat is juist: `Karel belde zijn oma elke dag`, of `Karel beldde zijn oma elke dag`?
Zie Bellen: belde / belddeVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van aanbellen?
De verleden tijd van aanbellen is 'belde aan'. Het voltooid deelwoord is 'heeft aangebeld'.
Wat betekent aanbellen?
'op de bel van een huis drukken'
Hoe spel je aanbellen?
aanbellen spel je A A N B E L L E N
Wat is een ander woord voor aanbellen?
Andere woorden voor aanbellen zijn bellen, luiden, opbellen en schellen.Op andere websites
Zoek
aanbellen op Woordenlijst.org
Zoek
aanbellen op Google
Zoek
aanbellen op Wikipedia