de Zwitser

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	['zwɪtsər]
Afbreekpatroon:	Zwit·ser
Verbuigingen:	Zwitsers (meerv.)

de Zwitser|se

zelfst.naamw.

Uitspraak:	['zwɪtsər|sə]
Afbreekpatroon:	Zwit·ser
Verbuigingen:	Zwitsersen (meerv.)

iemand met de Zwitserse nationaliteit

• geen geld, geen Zwitsers (=zonder geld krijg je hulp noch koopwaar of er is altijd wel geld nodig om iets gedaan te krijgen)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je met Zwitser een ander begrip versterken?
dronken als een Zwitser; zuipen als een Zwitser;

• • [demoniem] een inwoner van Zwitserland, of iemand afkomstig uit Zwitserland.
• 1) Inwoner van Zwitserland 2) Alpenbewoner 3) Berner 4) Koek 5) Bewoner van Zwitserland 6) Inwoner van Midden-Europa 7) Inwoner van Europa 8) Inwoner van Centraal-Europa
• iemand met de Zwitserse nationaliteit; iemand die behoort tot het Zwitserse volk; iemand die afkomstig is uit Zwitserland; inwoner van Zwitserland In het meervoud ook in toepassing op het volk.
• inwoner van Zwitserland

Toon uitgebreidere definities

• Zwitserduits• Zwitsers• Zwitsers-Duits• Zwitserse• Zwitserse frank

zwitser

Is het 'de Zwitser' of 'het Zwitser'?

Het is 'de Zwitser', want Zwitser is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die Zwitser'.

Wat is het meervoud van Zwitser?

Het meervoud van Zwitser is 'Zwitsers'. Eén Zwitser, twee Zwitsers.

Wat betekent Zwitser|se?

'iemand met de Zwitserse nationaliteit'

Hoe spel je Zwitser|se?

Zwitser|se spel je Hoofdletter-Z W I T S E R Hoofdletter-| S E

Zoek Zwitser op Woordenlijst.org
Zoek Zwitser op Google
Zoek Zwitser op Wikipedia