de ICT

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:  [ise'te]

informatie- en communicatietechnologie, de technologie waarmee computersystemen, netwerken, databanken en software worden ontwikkeld en onderhouden
Voorbeelden:  `werken in de ICT-sector`,
`Ze is ICT-er van beroep.`,
`gebrekkige beveiliging van ICT-toepassingen`


22 definities op Encyclo
  • ICT afdeling van hetFacilitair Bedrijf
  • Informatie- en Communicatie Technologie
  • Instituut voor Informatie- en Communicatietechnologie.
  • (In tegenstelling tot IT, dat slaat op het beheer van gegevens, focust ICT (Information and Communications Technology) zich op het verzenden van die informatie.)
  • • [informatica] de technologie die zich richt op het digitaal exploiteren van gegevens.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met ICT:
ICT-afdelingICT-bedrijfICT-beheerderICT-beleidICT-brancheICT-coördinatorICT-deskundigeICT-kennisICT-managerICT-medewerkerICT-onderwijsICT-professionalICT-sectorICT-vaardigheidICT'ericterusIctus

Deze woorden eindigen op ICT:
arbeidsconflictconflictdelictdistrictrelicttelefoondistrictvermogensdelictzedendelictverdictzakendistrictwetsdelictwaardeconflicttaalconflictrechtsdelictpolitiedistrictplaats delictpersdelictomissiedelictmilieudelictloyaliteitsconflict

Herkomst volgens etymologiebank.nl
ict (informatie- en communicatietechnologie)

Taaladvies
Wat is juist: ICT of ict? Zie ICT / ict

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de ICT' of 'het ICT'?
Het is 'de ICT', want ICT is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die ICT'.
Wat betekent ICT?
'informatie- en communicatietechnologie, de technologie waarmee computersystemen, netwerken, databanken en software worden ontwikkeld en onderhouden'
Hoe spel je ICT?
ICT spel je Hoofdletter-I Hoofdletter-C Hoofdletter-T

Op andere websites
Zoek ICT op Woordenlijst.org
Zoek ICT op Google
Zoek ICT op Wikipedia