Ia de Griek

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[grik]
Verbuigingen:	Grieken (meerv.)

Ib de Griek|se

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[grik|sə]
Verbuigingen:	Grieksen (meerv.)

iemand met de Griekse nationaliteit

II de Griek

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[xrik]
Verbuigingen:	grieken (meerv.)

restaurant met Griekse gerechten

Voorbeeld:

`We gaan vanavond bij de Griek eten.`

Helleen   

• dat was Grieks voor hem (=dat begreep hij niet)
Naar de spreekwoorden

• • [demoniem] een inwoner van Griekenland, of iemand afkomstig uit Griekenland. •een Grieks restaurant.
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Bargoens), valsaard, valse speler.
• 1) Inwoner van Europa 2) Helleen 3) Inwoner van Zuid-Europa 4) Inwoner van Griekenland 5) Bewoner van Zuid-Europa 6) Bewoner van Hellas
• Een vuil en oud schip waarbij je (als loods of douanier) op alles voorbereid moet zijn.

Toon uitgebreidere definities

• Griekin• Grieks• Grieks alfabet• Grieks-orthodox• Griekse

1. griek (grasnerf)
2. griek (scheldwoord)

1. Krijgt de griek hoofdletter als je bij hem gaat eten? Zie Eten bij de Griek/griek
2. Schrijf je een Grieksemet een hoofdletter of niet? Zie een Griekse

Is het 'de Griek' of 'het Griek'?

Het is 'de Griek', want Griek is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die Griek'.

Wat is het meervoud van Griek?

Het meervoud van Griek is 'Grieken'. Eén Griek, twee Grieken.

Wat betekent Griek|se?

'iemand met de Griekse nationaliteit'

Hoe spel je Griek|se?

Griek|se spel je Hoofdletter-G R I E K Hoofdletter-| S E

Wat is een ander woord voor Griek?

Een ander woord Griek is Helleen.

Zoek Griek op Woordenlijst.org
Zoek Griek op Google
Zoek Griek op Wikipedia