de Gambiaan

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[xɑmbi'jan]
Afbreekpatroon:	Gam·bi·aan
Verbuigingen:	Gambianen (meerv.)

de Gambiaan|se

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[xɑmbi'jan|sə]
Afbreekpatroon:	Gam·bi·aan
Verbuigingen:	Gambiaansen (meerv.)

iemand met de Gambiaanse nationaliteit

• 1) Inwoner van West-Afrika 2) Inwoner van Afrika 3) Inwoner van Gambia
• iemand met de Gambiaanse nationaliteit; iemand die behoort tot het Gambiaanse volk; iemand die afkomstig is uit Gambia; inwoner van Gambia In het meervoud ook in toepassing op het volk. Ook, meestal in het meervoud, in toepassing op vertegenwoordigers van een nationale sportploeg of andere groep.

Toon uitgebreidere definities

• Gambiaans• Gambiaanse• Gambiaanse dalasi

Is het 'de Gambiaan' of 'het Gambiaan'?

Het is 'de Gambiaan', want Gambiaan is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die Gambiaan'.

Wat is het meervoud van Gambiaan?

Het meervoud van Gambiaan is 'Gambianen'. Eén Gambiaan, twee Gambianen.

Wat betekent Gambiaan|se?

'iemand met de Gambiaanse nationaliteit'

Hoe spel je Gambiaan|se?

Gambiaan|se spel je Hoofdletter-G A M B I A A N Hoofdletter-| S E

Zoek Gambiaan op Woordenlijst.org
Zoek Gambiaan op Google
Zoek Gambiaan op Wikipedia